Cognitieve therapie/RET

 

 

COGNITIEVE THERAPIE / RET THERAPIE

 

De behandelingen zijn gebaseerd op een duidelijk verband (hypothese) over het ontstaan en het voortduren van de problematiek. De behandelingen zijn in de regel kortdurend van aard en verlopen gestructureerd en doelgericht. De therapeut en cliënt vormen samen een team dat het probleemgedrag onderzoekt en tracht te wijzigen.

 

Doel is de cliënt te leren zijn probleemgedrag te vervangen door functioneler gedrag en/of anders met problemen om te gaan. Van cliënt wordt bij dit veranderingsproces zelfwerkzaamheid verwacht, zowel tijdens de sessies als tussen de sessies in. In de periode tussen twee sessies voert de cliënt gerichte huiswerkopdrachten uit. Door het opsporen, onderzoeken, wijzigingen en vervangen van disfunctionele gedachten door functionele alternatieven, worden probleemgedragingen en onderliggende opvattingen gewijzigd.

 

De mens wordt beschouwd als een informatieverwerkend systeem. Onder informatieverwerking worden processen verstaan die een rol spelen bij de verwerving, de opslag en de reproductie van kennis. In de informatiewerverking worden drie processen onderscheiden: Waarneming, Verwerking en Geheugen.  Deze aspecten worden beïnvloed door de informatie zelf, de fysieke kenmerken van het mentale apparaat, en door de kennis die reeds in het geheugen is gerepresenteerd op basis van eerdere ervaringen. Deze reeds aanwezige kennis wordt verondersteld opgeslagen te zijn in zogenaamde schema's.

"De verzameling schema's waarover we beschikken om de wereld te interpreteren is in zekere zin Onze Persoonlijke theorie over de aard van de werkelijkheid". Ook kennis in de vorm van (beeld) visuele informatie, handelingen, ritme en lichamelijke sensaties is in de schema's gerepresenteerd.

 

Een voorbeeld

 

Zo kan activering van het schema "eten", naast het krijgen van gedachten over voedsel en restaurantbezoek ook leiden tot beelden, de geur van, en smaakassociaties met bijvoorbeeld een lekkere biefstuk oproepen. Dit activeren gebeurt automatisch en vaak zonder dat we het ons bewust zijn. Geactiveerde schema's beïnvloeden de informatie die we uit ons geheugen op kunnen halen. Zijn er negatieve (depressogene) schema's actief, dan kan men zich gemakkelijker allerlei mislukkingen uit het verleden herinneren. Succeservaringen zijn dan moeilijker uit het lange termijngeheugen op te halen.

De betekenis die aan de herinneringen wordt toegekend, wordt gestuurd door de op dat moment actieve schema's.

 

Een algemeen voorbeeld  is "de gesprekspartner die geeuwt"; zijn er negatieve  opvattingen over de eigen persoon  actief, dan wordt het geeuwen geïnterpreteerd als; 'zie je wel, ik ben saai '. Zijn er positieve opvattingen werkzaam dan volgt wellicht de interpretatie: 'zo, hij heeft zeker slecht geslapen', of ; 'wat onbeleefd om te geeuwen als we in gesprek zijn. De verschillende interpretaties leiden tot verschillende gevoelens.

Schema's ordenen en organiseren dus de waarneming, interpretatie en herinnering, en geven richting aan het gedrag. Zonder schema's zou ons geheugen bestaan uit losse herinneringen en gedachten, zonder onderling verband.

Schema's maken het mogelijk informatie te selecteren, op relevantie te beoordelen, te transformeren en tot gehelen te interpreteren. Schema's zijn dus normaal, functioneel en helpend. Echter soms worden deze informatieverwerkingsprocessen systematisch vertekend of gaan ze mis. Dergelijke vertekeningen of fouten kunnen leiden tot psychische stoornissen. Om dit proces mogelijk te maken is het noodzakelijk iets meer te begrijpen van de inhoud van schema's.

Schema's beïnvloeden de informatieverwerking en daarmee de feitelijke woorden of beelden, die in een specifieke situatie in iemand opkomen. Deze feitelijke woorden of beelden worden aangeduid met automatische gedachten. Iedereen heeft automatische gedachten. De gedachten kunnen positief, neutraal of negatief van inhoud zijn. Ze zijn aangeleerd en worden gekenmerkt door het bijna reflexmatige karakter, dat wil zeggen dat ze niet (meer) het resultaat zijn van een bewust denkproces op het moment dat de situatie zich voordoet.

 

Automatische gedachen worden nagenoeg kritiekloos voor waar aangenomen, maar kunnen zowel WAAR als ONWAAR zijn.  De behandeling richt zich in eerst instantie op het onderzoeken van de GEDACHTEN op geldigheid ervan.

 

Kenmerken van automatische gedachten 

 

  • Iedereen heeft automatische gedachten
  • Ze kunnen zowel positief als negatief zijn
  • Ze zijn sterk beïnvloed door leerervaringen
  • Ze komen heel snel en direct na een gebeurtenis op ('automatisch')
  • Ze zijn beknopt en specifiek
  • Ze zijn niet het gevolg van zorgvuldige overdenking
  • Ze kunnen meer of minder waar zijn
  • Ze worden in de regel 'vanzelfsprekend' voor waar aangenomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

©De inhoud van deze website mag niet zonder voorafgaande (schriftelijke) toestemming

worden overgenomen, gekopieërd of op andere wijze vermenigvuldigd en openbaar worden

gemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb